pagina  6/13
volgende pagina
vorige pagina

elektrische klokken

Geschiedenis van de ontwikkeling van de elektrische klok

D. Betrouwbaarheid van het contact

Men realiseerde zich wel degelijk dat het maken van goed contact belangrijk was. Goud, zilver en platina werden als contactmateriaal gebruik om een optimale geleiding te verkrijgen. Maar omdat nog steeds vast gehouden werd aan het idee om een minimale contactdruk te gebruiken was slechts een klein stofdeeltje genoeg om een slecht contact te veroorzaken.

Charles Wheatstone kwam met een oplossing voor dit probleem!

Charles Wheatstone
In 1870 ontwierp Wheatstone een zwaar mechanisch klok Wheatstoneuurwerk met een licht slingertje waaraan een spoeltje bevestigd was dat over twee permanente magneten bewoog. In de spoel van dit slingertje werden positieve en negatieve elektro-magnetische stromen opgewerkt (Foucault stromen) en de zo ontstane wisselstroom werd direct naar een dochterklok gestuurd zonder gebruik te maken van een elektrisch contact.

Al in 1840, bij zijn voordracht aan de Royal Society, beschreef Wheatstone dit principe (overigens ook al genoemd door Steinheil) om deze elektromagnetische stromen te gebruiken, maar pas 30 jaar later paste hij dit toe. De opgewekte Foucault stromen beïnvloedden de slinger echter dermate ernstig dat het nodig was deze klok ieder uur te synchroniseren. Het systeem werd kort uitgeprobeerd bij de Royal Society en de universiteit van Londen, maar de proeven werden al snel gestaakt. Zijn klok bevindt zich nu in het Museum van Wetenschappen te Londen.

De getoonde gang hier is niet correct. In de klok werd een meer gecompliceerde gang gebruikt.

Martin Fischer (1867-1947)
In 1900 slaagde Martin Fischer uit Zürich er wel in om dit principe met succes toe te passen. In zijn patent nr.19701 gebruikt hij een precisie uurwerk aangedreven door een gewicht, dat elke minuut een spoel tussen de polen van een krachtige permanente magneet beweegt. De opgewekte Foucault stromen worden dan gebruikt om dochterklokken aan te drijven.                                 animatie

Zijn klokken zijn bekend geworden onder de naam Magneta, later Inducta.

Désiré and Gustave (1847-1915) van de Plancke
In 1885 bedachten de gebroeders Désiré en Gustave van de Plancke uit Kortrijk, België, een systeem (patent nr.67750) waarbij het maken van contact geen invloed uitoefent op het gaandwerk.

Een armpje van een hefboom rust op een tandje van een rondsel van het gaandwerk tot dat het van dit tandje afglijdt. Een ander deel van deze hefboom maakt nu elektrisch contact en bekrachtigt een elektromagneet. De elektromagneet trekt vervolgens een scharnierend anker aan dat tegen een pennetje van een vliegwieltje slaat. Het vliegwieltje maakt daardoor één omwenteling en windt daarmee een veertje op.
                                                   
animatie

Een ander pennetje op het vliegwieltje stoot nu tegen de hefboom waardoor deze omhoog gegooid wordt. Door de inertie van de hefboom wordt het contact verbroken en bij het terugvallen ervan komt het armpje te rusten op een volgend tandje van het rondsel.

Frank Hope-Jones (1867-1950) en George Bennett Bowell (1875-1942)
Tien jaar later in 1895 pasten Hope-Jones en Bowell het systeem van de
Van de Planckes toe op hun versie van een elektrisch opgewonden klok
met gebruikmaking van gravitatiekracht
. Hope-Jones

In hun patent nr.1587 drijft een langzaam zakkende gravi-tatiearm het gaandwerk aan totdat er elektrisch contact ge-maakt wordt. De elektromagneet wordt geactiveerd en zijn anker gooit de gravitatiearm omhoog. Het contact tussen gravitatiearm en anker wordt verbroken door de inertie van de gravitatiearm.




               Bowell animatie



 


Dit systeem rekende eindelijk af met de problemen van een slecht contact, zonder het gaandwerk van de klok te beïnvloeden.

ga naar pagina 7
E. Synchronisatie

Inleiding
Elektriciteit en Magnetisme
Elektriciteit en Tijdmeting
   A. Elektrostatische klokken
   B. De eerste uitvinders
   C. Batterij onafhankelijk
   D. Betrouwbaarheid van het contact
   E. Synchronisatie
   F. Telrad en impuls
   G. De eerste vrije slinger
   H. De vrije slinger van Shortt
Conclusie
pagina   1.
pagina   2.
              .
pagina   3
pagina   4
pagina   5
pagina   6
pagina   7
pagina   8
pagina   9
pagina 10

pagina 11.